In mijn hoofd, in mijn hart, in mijn stad en in mijn land. En alles is ook liefde. Tegen depressie tegen pijn, wees mijn brenger van geluk. Zachtjes zingen bij jou. Ik bedacht. Ik heb zoveel gehoord en toch komt niets meer bij me aan. Ze zeggen dat het went. En komt maar zelden hoog genoeg.
En in een vrije val verloren. Brachten me tot hier. Die ik zie als ik goed kijk. Dat ik terug kan. Dat weggaan van jou. De stapels vuile was. De onderstroom is sterk. Door wat je gisteravond zei.
Zet ze uit de pas. Want mijn mond valt bijna droog. Die ze nooit hebben gehad. Ik besloot om stil te zijn. O, vertel het mij. Of is dat hoe het hoort te zijn. Leen ons je longen. Een manier om thuis te komen. Woah. Vol van ideeën.
Dan de stad waarin ik leef. Aan iedereen. Al lijkt de nacht zo lang. Welkom, jongen. Maakt deze junkie vrij. Tegen het mijne ligt. De pijn van het er bijna zijn. Ga zitten dit is mijn betoog. Hou vol, hou vast. We liggen daar nog een hele tijd. De grond komt keihard dichterbij. En ik raak niet meer in paniek. Je bent niet alleen. Gooi maar weg, leg maar neer. Liever kwijt zijn waar je echt van houdt. De zon komt op uit het water. Zo voel ik me op dit moment. En veel heb ik niet, maar als je straks de sterren ziet. Wees dan stil.
En ik wil dat iedereen het hoort. Je bent prachtig. Een zinkend schip verlaat ik pas als laatste. En jullie dansen mee. En altijd nog m'n schouder die je recht houdt. Misschien niet de eeuwigheid. Ik ben blij dat je hier bent. Ik kijk naar mij. Door kieren en gaten. Vanachter het gordijn. In de grond. Maar ik blijf hier wachten. En het is amper te bepalen. Door de wolkenluchten. Er is één soort geluk.